Geloven in God is niet voor iedereen een evidente keuze. Voor velen blijft het moeilijk om er daadwerkelijk voor uit te komen. Allerhande excuses passeren de revue, waarom het tegenwoordig geen zin meer heeft om in God te geloven. Geloven wordt met domheid, irrationalisme of erger nog, radicaal fanatisme vergeleken. Er is echter maar één ding radicaal aan God, zijn onvoorwaardelijke liefde voor de mens. Het geloof wordt niet langer met de paplepel meegegeven, maar dat is op zich niet negatief.
Zoeken naar God
Iedereen heeft de mogelijkheid om zich tot God te wenden. In deze op geld bewuste maatschappij wordt God vaak in de vergeethoek geplaatst. De ervaringen van het leven doet een mens vragen stellen en die antwoorden liggen bij God. Het materialisme lijkt het antwoord op onze gebeden te zijn, maar snel beseffen we dat onze ziel naar meer snakt. Geen nood, want de meesten onder ons hebben het pad van een ongelukkig leven bewandeld.
Onze geliefde Heiligen hebben u dit zelfs voorgedaan. Franciscus van Assisi volgde in eerste instantie het pad van zijn rijke vader om dan tot inkeer te komen en al zijn bezittingen te verkopen. Met geld kan je veel bereiken, doch zal het je ziel nooit op het pad van de waarheid brengen.
Het verhaal in Lucas over de rijke die in gesprek ging met Jezus geeft het treffend weer:
Een aanzienlijk man stelde Hem deze vraag: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwig leven?’ Jezus zei tegen hem: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, alleen God. De geboden kent u: geen echtbreuk plegen, niet doden, niet stelen, niet vals getuigen, en uw vader en uw moeder eren.’ ‘Aan dat alles heb ik mij van jongs af gehouden’, zei de man. ‘Dan rest u nog één ding’, zei Jezus tegen hem. ‘Verkoop alles wat u hebt, deel het uit aan de armen, en u hebt een schat in de hemel. Kom dan terug om Mij te volgen.’ Toen hij dit hoorde werd hij diep bedroefd, want hij was buitengewoon rijk. Toen Jezus zag dat hij diep bedroefd werd, zei Hij: ‘Wat is het voor mensen met geld toch moeilijk om het koninkrijk van God binnen te komen. Een kameel komt gemakkelijker door het oog van een naald dan een rijke in het koninkrijk van God.’ ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ vroegen de toehoorders. Hij zei: ‘Wat menselijk gezien onmogelijk is, is mogelijk dankzij God.’ Toen zei Petrus: ‘Wij hebben toch maar huis en haard verlaten om U te volgen.’ Hij zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie, er is niemand die zijn huis, zijn vrouw, broers en zusters, ouders of kinderen heeft achtergelaten omwille van het koninkrijk van God, of hij krijgt dat in deze tijd veelvoudig vergoed, en in de komende wereld krijgt hij eeuwig leven.’ (Lc 18, 18-30)
De zoektocht naar de historische Jezus
Voor de Verlichting ging het volk er automatisch vanuit dat Jezus de zoon van God werd genoemd. Het lag in het verlengde van wat de Kerk sinds oudsher predikte, dus leek er weinig reden om afstand te nemen van deze theorie. In dit alles kwam verandering toen de verlichtingsdenkers het leven van Jezus onder de loep gingen nemen. Het rationalisme vierde in die tijd zijn hoogdagen, waardoor men elk irrationeel fenomeen aan de historische-kritische methode wou onderwerpen.
Herman Samuel Reimarus
Als initiator van de Leben-Jesu-Forschung (first quest) wou Herman Samuel Reimarus (1694-1768) aantonen dat Jezus niet meer dan een religieuze leraar of politieke figuur was, die hoogstens als ethisch voorbeeld kon worden beschouwd. Hij zocht een alternatieve route voor het geloof door de historische weg van Jezus te gaan onderzoeken en dit in een omvangrijk boek te bundelen.
Toch bleef dit omvangrijk naslagwerk een manuscript en zou zijn leerling Ephraim Lessing postuum een deel publiceren. Deze Wolfenbütteler fragmenten bezaten een krachtige aanval tegen de historiciteit van de opstanding. Hierin veronderstelde hij dat de leerlingen van Jezus het verhaal van de opstanding zouden hebben verzonnen en dat hierdoor het Nieuwe Testament vol valse invoegsels zou zitten.
Kritiek van Albert Schweitzer
De eerste kritiek kwam van Albert Schweitzer (1878-1965) die de zoektocht van de first quest zinloos vond, omdat de auteurs van het Nieuwe Testament geen ethische, maar een eschatologische figuur wilden neerzetten. Het was volgens Schweitzer niet Jezus zijn bedoeling om de ultieme te zijn, doch een inkijk te geven, van wat Gods Koninkrijk voor de mensheid kon betekenen. Zijn studie verkondigde vooral de toekomstverwachting wat van Jezus een onwerelds iemand maakte.
Wrede en Kähler
William Wrede (1859-1906) vervolgde zijn aversie tegen de historiciteit van onze kennis over Jezus door het Messiaanschap naar voren te brengen. Men kon onmogelijk het Marcus evangelie begrijpen zonder de theorie van het Messiaans geheim te bespreken. Dit geheim was door en door Gods plan, van Gods wege en dit kon nooit door enig historisch onderzoek naar boven komen.
De dogmatische kritiek van Martin Kähler (1835-1912) predikte een gelijkaardige visie waarin de historische Jezus de echte Jezus verborgen zou houden. De Christus van het geloof was van veel grotere waarde en lag in de gepredikte Jezus. Ofwel geloofde men, ofwel niet, wat een enorme impact op het menselijk bestaan zou hebben. Onze huidige Paus Franciscus onderschreef dit.
Zowel Wrede als Kähler waren verkeerd omdat ze ver verwijderd waren van de gebalanceerde Christus van het geloof, die de hoofdrol in het Nieuwe Testament op zich nam.
Rudolf Karl Bultmann
Rudolf Karl Bultmann (1884 – 1976) ging nog een stap verder. Volgens hem was de geschiedenis niet fundamenteel van belang. In zijn opzicht kon een mens nooit achter het gordijn van het kruis gaan, want dan krijg je een Christus van het vlees die niet meer bestaat.
Alleen de christelijke verkondiging (door hem kerygma genoemd) was voldoende voor de grondlegging van het geloof. Hij gebruikte daarvoor het inmiddels beroemd geworden woordje dass. We hebben alleen een Jezus als grond voor de evangelieverkondiging nodig. Alleen wat is was voor hem belangrijk! De zienswijze van Bultmann zorgde voor ontmythologisering, wat uiteraard een brug te ver was, omdat we als basis enige historische achtergrond nodig hebben. Gerhard Ebeling wees op de zwakheid van Bultmann’s theorie, omdat ze helemaal niet onderzocht kon worden. De leerlingen van Bultmann wilden de balans terug in evenwicht brengen.
Ernst Käsemann
Ernst Käsemann (1906 – 1998) erkende dat de synoptische evangeliën (Marcus, Lucas en Matteüs) theologische documenten zijn en dat zij hun uitspraken vaak in een theologische vorm weergeven. Zijn erkenning sloot aan bij de beginselen van Kähler en Wrede. Het was echter nodig om de continuïteit tussen de prediking van Jezus en de prediking over Jezus te onderzoeken.
Volgens Käsemann zat de Christologische boodschap in het optreden van Jezus reeds vervat. Als mens heeft hij de taak impliciet verwezenlijkt, leerlingen op eigen tempo getoond wie hij was, maar leerlingen hadden een teken nodig, om dit ten volle te begrijpen. Hij zag de continuïteit tussen de historische Jezus en kerygmatische Christus in de wetenschap dat zij beiden de komst van het eschatologische Koninkrijk van God aankondigden.
Uitkomst onderzoek
Uiteindelijk heeft het onderzoek van deze theologen voortgebracht dat een ontdekking van de zuivere Jezus van de geschiedenis niet mogelijk en vooral niet nodig is. Het is niet mogelijk omdat evangelische teksten geen relaas van de zuivere geschiedenis weergeven en niet nodig omdat alleen de leerlingen Christus echt hebben ervaren. Het komt dus neer op een geloofssprong.
Waarom zouden we geloven in iemand die we niet kunnen zien?
De zoektocht naar de historische Jezus is misschien op weinig uitgedraaid, maar toch blijven mensen zoeken naar tekens of wonderen die aan God te wijten zijn. Het proces om God op hun eigen manier te vinden, lijkt meer doenbaar dan men onmiddellijk zijn hele persoon aan een goddelijk wezen wilt onderwerpen. Hoe kan er in deze gebroken wereld een God bestaan? Het blijft eenvoudiger om de kudde der ongelovigen te volgen dan God werkelijk te gaan zoeken.
Voor de verlichting was alles makkelijk en verlangde men geen wereldse verklaring voor het Godsbeeld. Sinds de Nieuwe Tijd kwam het wetenschappelijk determinisme om de hoek kijken dat alles moest verklaren. Indien dit niet mogelijk was, werd het als nonsensicaal afgedaan. Kijk maar naar de antieke -en klassieke opvatting over het wonder.
De antieke en klassieke opvatting
Volgens de antieke opvatting is alles aan God te wijten en is God immanent in de schepping aanwezig. Als voorbeeld nemen we de zaadkorrel waar een immense boom uit zal voortkomen. Volgens de antieke opvatting is die transformatie volledig aan God te wijten, omdat het piepkleine zaadje niet in verhouding staat tot de vruchtdragende boom die eruit voortkomt. God is dus de eerste oorzaak van alles dat zich in de kosmos voordoet. De aandacht gaat niet naar het voorval dat er iets buitengewoons is gebeurd, maar naar de zin van dat gebeuren.
De klassieke opvatting daarentegen zoekt naar de hoe-vraag. Alles moet verklaarbaar zijn. Het proces dat de zaadkorrel doormaakt toont aan dat er interne potentie nodig is om zulk wonderlijk gebeuren te vatten. De vroegere kerk heeft zich daarvan gedistantieerd . Men definieerde een wonder voortaan als “Gods inbreuk op de werkelijkheid.” Gods aanwezigheid werd tot een geïsoleerd gebeuren verarmd. Het Bijbelse verhaal is echter een waarom-verhaal dat veel rijker is dan het wetenschappelijk hoe-discours.
De geloofssprong
Ook wij moeten de geloofssprong wagen. Indien men daartoe niet bereid is, zal men nooit de wonderen van deze wereld kunnen begrijpen. Met een oprecht hart ziet men het onophoudelijke werk van God in ons midden. Hij roept ons langs zijn Zoon Jezus Christus op om zijn visie te volgen. Niet om zichzelf als heerser naar voren te schuiven, maar uit liefde voor zijn schepping, waar hij het beste mee voorheeft. Durf uzelf om te keren naar een kwalitatief bestaan waarvoor we uiteindelijk bestemd zijn.
“De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij. Bekeer u en geloof in de blijde boodschap’ (Mc. 1, 15)
Hoe begin ik eraan?
Laat uw hoofd niet gek maken. Geloven heeft tijd en persoonlijk onderzoek nodig. Gaandeweg moeten we als mens onze plaats in deze wereld erkennen, zodat we op het verlichte pad (dat God ons aanbiedt) kunnen komen.
Dit gebeurt niet van vandaag op morgen. Vooraleer we over een volmaakt geloof kunnen spreken, zal er een geschiedenis aan voorafgaan. In de Bijbel vindt u alvast wijsheden die ons reeds eeuwen hebben geleid. Sla dat grote boek open en reis mee in de verhalen die God aan de wereld heeft geopenbaard. U zal snel merken dat deze Bijbelverhalen uw leven kunnen veranderen.
Hoe de Bijbel lezen?
Het is niet verwonderlijk dat u snel ontmoedigd raakt, wanneer u vanaf bladzijde één de gehele canon wil doornemen. Daarom raad ik u aan om dagelijks kleine stukjes te lezen, die elkaar daarvoor niet moeten opvolgen. Desgewenst kan u een Bijbellesrooster volgen of willekeurig evalueren wat u het meeste aanstaat. Bekijk het Bijbelboek wel als één geheel. Verhalen uit het Oude Testament zijn de voorgeleide van het Nieuwe Testament. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Verder zijn er duizenden boeken over het christelijk geloof terug te vinden.
Wanneer u meer inzicht verwerft, zal ook het nut van deelneming aan kerkvieringen en gebed duidelijk worden. Durf uw plaatselijke kerk binnen te stappen zonder op voorhand onnoemelijk veel verwachtingen te hebben. Oordeel niet op enkele bezoeken, maar probeer het op zijn minst even vol te houden. Gaandeweg zal u opmerken dat u veel uit een eucharistieviering kan halen. Het is vaak een hechte groep mensen die u graag in hun midden verwelkomen.
Wat ik van u vraag is geen onmogelijke taak, slechts een kleine moeite, om de waarheid achter uw menselijk bestaan te begrijpen. Hieruit kan het ware geluk voortvloeien. Durf geloven door onmiddellijk de eerste stap te zetten.
Conclusie
Bekende theologen hebben geprobeerd om het Godsmysterie te ontrafelen. Reimarus, Schweitzer, Wrede, Kähler, Bultmann en Käsemann zochten op hun eigen manier naar de oorsprong van geloof. Uiteindelijk is uit hun onderzoek gebleken dat een zuivere Jezus van de geschiedenis niet mogelijk en vooral niet nodig was.
Volgens de antieke opvatting was geloven evident en is God de eerste oorzaak van alles. De klassieke opvatting zocht naar de hoe-vraag en de vroegere kerk distantieerde zich van wonderen.
Zonder geloofssprong kunnen we het mysterie van God nooit bevatten. Het is met andere woorden aan ons om die sprong te wagen. Gaandeweg zal God ons meenemen naar het verlichte pad, waartoe ieder van ons is bestemd.
Foto door: Priscilla Du Preez
Doneren is geven en doet zoveel meer dan je denkt. Elke euro heeft de kracht om het leven van jou en zoveel anderen te helpen.
Een reactie achterlaten