Hoewel de kerkbezoeken in Vlaanderen ieder jaar significant blijven dalen gaan er nog steeds heel wat mensen naar de kerk. Zondag blijft een dag van bezinning, waarbij we dichter bij God willen zijn. Opgedirkt in vol ornaat luisteren we naar de preek van de week. Er zijn momenten in ons leven waarbij die preek inzichten verschaft, zodat we met energie de nieuwe week kunnen tegemoet gaan. Voor de regelmatige bezoeker worden de wijsheden van de kerk echter met een korrel zout genomen. Soms hebben de uitgesproken woorden zelfs geen betekenis meer. Wat doe je wanneer de kerk niet langer alle antwoorden heeft?
Wat is het uiteindelijke doel van de kerk?
Reeds duizenden jaren gaan er complottheorieën de ronde over de ware bestemming van de kerk. Nochtans is dat doel vrij duidelijk. Het uiteindelijke streven van de kerk is dat ze ooit zal ophouden te bestaan. Op dat gegeven moment zal ze haar ambitie hebben bereikt, met name de mens dichter bij Jezus brengen. Met steeds meer lege kerken in het verschiet lijkt die missie verder dan ooit.
Het evangelie moet worden verspreid, maar hoe doe je dat als niemand aanwezig is? Nu kunnen we allerhande hypotheses gaan bedenken waarom de kerkgebouwen leeglopen. De kerk is niet meer van deze tijd of de kerk biedt niet meer wat de mensen nodig hebben. Een ding is zeker. Op angst alleen kan de kerk niet meer overleven. Vroeger kon men het bestaan van de duivel pretenderen, al zijn er tegenwoordig nog weinig zielen die in zijn utopische aanwezigheid geloven.
We moeten ons de vraag durven stellen in welke mate de kerk vandaag nog nodig is. Laten we het kind met het badwater niet weggooien, voordat we die vraag gaan beantwoorden. Ondanks de terugval van kerkbezoeken in Vlaanderen en Nederland gaat de kerk er in bepaalde landen zelfs op vooruit. Sterker nog, de rooms-katholieke Kerk ziet wereldwijd ieder jaar haar bezoekersaantallen stijgen. Het huis van God staat zeker niet leeg. Alleen in Europa blijft de christenpopulatie dalen.
Terugvallende kerkbezoeken in Vlaanderen

Er kunnen verschillende redenen worden aangehaald waarom de kerk in onze contreien zo’n slechte cijfers blijft optekenen. De schandaaldossiers in België alleen zijn niet min. Als het programma Godvergeten iets heeft bijgebracht is het wel dat de meeste mensen niet wisten welke schandalen er in de kerk hebben plaatsgevonden. De kerk en christenen in het algemeen praten er niet graag over, maar het is natuurlijk wel gebeurd. Niemand weet hoeveel slachtoffers bepaalde geestelijken hebben gemaakt. Rik Devillé probeerde met zijn boek Godvergeten misbruik in de kerk een voorlopige balans op te maken.
Het zou gemakkelijk zijn om de terugval van de kerkbezoeken in Vlaanderen op de schandalen van de kerk te steken. Ook voor deze schandalen aan het licht kwamen was de afname reeds zichtbaar. Wat ze alleszins niet hebben veroorzaakt is groei. Groei die de kerk broodnodig heeft.
Misschien ligt het probleem wel bij de boodschap die men verkondigt. Hoewel de katholieke leer en andere christelijke stromingen blijven verkondigen dat ze de waarheid in pacht hebben, kunnen we ons niet ontdoen van het feit dat de boodschap van Christus enigszins anders zou zijn geweest.
De dogmatische leer van de meeste kerken
Als we het woord kerk in de mond nemen wordt dat vaak met de katholieke kerk geassocieerd. Dat zullen de katholieken niet erg vinden, aangezien zij zichzelf nog steeds als enige bemiddelaar tussen mens en God beschouwen. Laten we niet vergeten dat Vlaanderen honderden andere kerkgemeenschappen rijk is. Protestanten, orthodoxen en anglicanen zijn maar enkele stromingen binnen die diversiteit.
Vaak hebben die verschillende stromingen één ding gemeen. Er is een bepaald gezag dat erover waakt dat de dogma’s van de kerk, ofwel de niet te weerleggen waarheid blijft standhouden. De leer van het geloof binnen kerkgemeenschappen evolueert met een slakkengangetje. Wie vandaag een doorsnee kerk binnenstapt ziet weinig vernieuwingen tegenover enkele decennia terug. Gemeenten proberen wel andere manieren te zoeken om mensen aan te trekken, maar over het algemeen blijft de boodschap hetzelfde. Er zijn bepaalde dogmatische regels waar niet van wordt afgeweken. De gelovige schikt zich ernaar of wordt verbannen.
Het lijkt nog weinig weg te hebben van wat Christus bedoelde met:
Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’
Marcus 12, 28-31 NBG
In gemeenschappen waar mensen voor God spreken wordt het gevaarlijk wanneer boodschappen een eigen interpretatie krijgen. De vraag is of we die naaste wel even lief hebben als onszelf, als we die naaste bij niet naleving van “de regels” aan de deur zetten. Die regels zijn door de jaren heen verschillende keren gewijzigd, al staan ze in schril contrast met wat Christus heeft bedoeld. Met de acceptatie van iedere ziel heeft de kerk nog grootse moeite.
Wat als Jezus zou terugkomen?
Vooral traditionele kerkgemeenschappen wachten op de terugkomst van Jezus, die daarmee voor eens en altijd het koren van het kaf zou scheiden. Ik vraag me af wat Jezus nog zou moeten komen zeggen als de boodschap van liefde reeds in lekentermen werd uitgelegd.
Het woord “wachten” heeft een speciale betekenis binnen de kerk. Wie wacht zal geluk oogsten, maar niet iedereen is daar nog langer van overtuigd. Er zijn gelovigen die reeds een leven lang wachten op iets wat maar niet lijkt te komen. Ah, maar dan doen die gelovigen wellicht iets verkeerd, althans volgens de kerk.
In werkelijkheid zijn er voorbeelden genoeg van mensen die alles geven en waarbij het wachten tot een vruchteloos resultaat heeft geleid. Wachten zij dan op het verkeerde of zou het kunnen dat Jezus met wachten iets anders voor ogen had? Misschien brengt wachten op God niet hetgeen waar we op zoek naar zijn. Soms volbrengt wachten stilstand of zelfs achteruitgang. Zou het kunnen dat God en Jezus met wachten wel enige actie bedoelden?
Mocht Jezus terugkomen zouden miljoenen gelovigen hem volgen, zolang hij in antwoorden op prangende levensvragen blijft voorzien. Wanneer hij terug van ons zou weggaan, zouden zijn uitspraken opnieuw duizenden jaren worden herhaald. Zoals bij een goede film wachten we graag op een sequel, maar dat vervolg stelt dikwijls teleur. Hoewel ik niet geloof dat een wederkomst van Jezus teleur zou stellen ben ik er wel van overtuigd dat zijn boodschap voor een tweede maal vervormd zou worden.
De vreemde verwachting achter de wederkomst van Christus
Gelovigen en gemeenten hebben een vreemde verwachting. De wederkomst van Christus lijkt op een goedkope film, waarbij Jezus met een leger van engelen het kwaad gespuis van deze aarde zal vegen. Als we daar goed over nadenken zou God dus een duivel hebben gecreëerd, met als enig doel de mensheid te kwellen. Hiervan kan je verlost worden door de dogmatische regels van de kerk te volgen. Wie deze regels niet strikt naleeft wordt voor eeuwig naar die verschrikkelijke plaats, de hel gezonden. Dat Jezus zal overwinnen is voor de meeste christenen duidelijk. Alleen geloven ze niet dat iedereen die oorlog zal overleven.
Waarom zou een God van liefde zijn mensenkind vrije wil geven als die vrije wil beperkt blijft? Wat is een keuze waard als één van de mogelijkheden naar totale verdoemenis leidt? Het is te gek voor woorden en toch blijven wereldwijd kerken deze boodschap van angst verkondigen. Toegegeven heeft die angst lange tijd gewerkt. Vroeger gingen mensen niet zozeer naar de kerk voor de goede preek van de priester, maar omdat ze vooral de hel wilden vermijden. Nog steeds zijn kinderen uit die tijd aan dezelfde angst onderhevig.
Verwachten dat Christus terugkomt zou niet alleen mogen stoelen op het feit dat hij ons zal verlossen. Het zou in de eerste plaats een herinnering mogen wezen van hetgeen we reeds weten. Dat wij en hem één in liefde zijn!
We moeten geen liefde winnen
Ironisch genoeg zijn heel wat mensen op zoek naar iets dat ze reeds bezitten. We willen allemaal dat er van ons gehouden wordt. We geven liefde en willen op één of andere manier voelen dat we geliefd zijn. Eigenlijk verlangen we dus naar een transactie. Jij geeft me dit, terwijl ik dat geef. Iedereen tevreden, toch?
De liefde van een mens is beperkt. Daar ben ik niet anders in dan jij. Onze liefde is aan voorwaarden onderhevig en zolang die voorwaarden worden nageleefd is er niks aan de hand. Wanneer dat niet langer het geval is, breken we de vriendschapsband, waarvan we ooit zeiden dat die alles zou doorstaan. Liefde moet met andere woorden worden gewonnen.
God daarentegen verlangt niets van ons, wat de kerk je ook mag doen geloven. Zijn liefde voor mij en voor jou is zo groot dat ze alles kan weerstaan. Dat noemt men onvoorwaardelijke liefde. Zelfs wanneer ik morgen besluit om niet langer in zijn straatje te lopen, zal hij mij alsnog niet naar de hel sturen. Een plaats die trouwens enkel in onze gedachten bestaat. God weet namelijk dat ik en Hem, net zoals alle anderen onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn. Ik mag weglopen zo ver als ik wil. Uiteindelijk kom ik steeds bij hem terecht.
Mijn eigen zoektocht naar God
Heel mijn leven zocht ik naar God, weliswaar niet altijd volgens het geijkte pad. Sinds ik een kleine jongen was wist ik met zekerheid dat er een God was. Die genade van geloof zat als het ware in mijn wezen ingebakken. Thuis werd ik niet in het typische christelijke gezin opgevoed. Wij gingen enkel bij een geboorte, communie, huwelijk of overlijden naar de kerk. Voor de rest werd er weinig tot niet over God gepraat.
Excuseer… dat is niet helemaal correct. Er werd nog wel over God gepraat wanneer het minder ging, als verwachtingen niet werden ingelost. Dan kwam de klaagzang naar boven. Waarom gebeurden er slechte dingen bij goede mensen? Want zo zagen we onszelf… als goede mensen.
Shortcut: hier lees je waarom goed en fout menselijke interpretaties zijn.
Ik voelde iets anders
Hoewel ik evenzeer met de charade van de zogezegd perfecte gelovigen heb meegedaan, voelde ik iets anders in mijn binnenste. Wat dat precies was kan ik nog steeds niet bevatten. Ik wist alleen dat ik de praatjes van omstanders niet langer kon geloven. Ik geloofde in een God, in een creator, in een vader en moeder die alle antwoorden bezat. Zoals de meesten onder jullie volgde ik het typisch christelijke pad. Ik werd gedoopt in een kerk die vandaag de dag niet meer bestaat, deed mijn eerste communie op dezelfde plaats, evenals mijn vormsel waarvoor Kardinaal Danneels naar Vilvoorde was afgezakt. Het kruisje op mijn voorhoofd zou volgens mijn toenmalige cathecheselerares nooit meer verdwijnen. Zelfs niet wanneer ik met een schuurborstel mijn voorhoofd zou reinigen.
Tijdens mijn tienerjaren kreeg God een ander begrip. Ik wist dat hij daar was, maar verder deed ik mijn ding en hij het zijne. Het was pas toen ik op zeventienjarige leeftijd alleen ging wonen dat ik meer over het Godsbegrip begon na te denken. Wie was God? Wat kon hij voor mij betekenen? Hoe kon ik mijn leven dienstbaar opstellen? De vragen werden gesteld, maar de antwoorden bleven uit. Ik voelde iets, maar wist niet wat.
Wat kon ik voor hem betekenen?
Mijn twintiger jaren stonden vooral in het teken van zelf een zaak op te bouwen. Dat is spijtig genoeg niet gelukt, waardoor ik met een schuldenlast overbleef. Als het pad naar de toekomst zwart wordt, begint het licht van God weer te schijnen. Natuurlijk schijnt dat licht altijd, als we de waas van het dagelijks leven vergeten.
Opeens kreeg ik een lumineus idee. Ik ging mijn leven ten dienste van de kerk stellen. Hoewel het idee om priester te worden sinds mijn achttiende door mijn gedachten ging, was dat niet langer mogelijk. Niet dat ik te oud of te ver van het pad was afgeweken, maar ik had een vrouw en kinderen en dat is voor de katholieke kerk nog steeds een no go.
Geen probleem, want je kan wel een priester-light worden, ook wel diaken genoemd. Ik zou geen biecht mogen afnemen, noch zou de last van een kerk alleen op mijn schouders vallen. Wel zou ik het sacrament van de doop mogen toedienen en een huwelijk als “afgevaardigde” van God mogen bekrachtigen. Na een intense doorloopprocedure (ja hoor, niet iedereen wordt zomaar aanvaard) mocht ik aan de opleiding beginnen.
Mijn opleiding theologie
Na mijn inschrijving voltooid en goedgekeurd was begonnen mijn jaren van theologische opleiding, waarbij elk aspect van het katholiek geloof en de kerk werden belicht. We werden onderwezen door professoren die de grootste onderscheidingen hadden behaald en wiens levensverloop en ideologie nieuwe inzichten verschaften.
Eerlijk gezegd behoorden deze jaren tot de beste van mijn leven. Ondertussen werd ik als kandidaat-diaken aanvaard en kwam het einde van de opleiding in zicht. Naast de lessen bezochten we abdijen, lezingen en infoavonden die ons voor onze toekomstige taak moesten voorbereiden. Samen met mijn medestudenten bewandelden we een pad waarvan ik zelfs niet wist dat het bestond. De diakenopleiding is zeer intensief en verrijkend voor de persoon die het ambt wil opnemen.
Door mijn scheiding – wat op zich een klap was – moest ik de opleiding stopzetten. Er was nu eenmaal geen mogelijkheid om als gescheiden man diaken te worden. Dat was geen verrassing, want deze informatie werd meerdere malen op voorhand meegedeeld. Als diaken ben je gehuwd of ongehuwd, maar nooit gescheiden. Dat is geen regeltje van de Belgische kerk, maar daar wordt sinds oudsher door het Vaticaan aan vastgehouden. Het was een bittere pil om door te slikken, maar het staat in schril contrast met wat deze mensen voor mij hebben betekend. Soms leidt het levenspad niet naar het initiële doel. Daarom is het niet minder waardevol.
De kerk heeft geen sluitend antwoord
Zolang de kerk haar als bemiddelaar tussen God en de mens blijft zien zal daar een zekere machtsverhouding mee gepaard gaan. Niet dat de kerk eropuit is om haar gelovigen om de tuin te leiden. De meeste mensen binnen de kerk zijn van goede wil en bezitten goede intenties. Ze beseffen echter zelden dat ze zichzelf een rol toebedelen die onnatuurlijk van aard is.
Naast de 4 evangeliën zijn er evangeliën die niet door de kerk werden aanvaard. Men noemt ze de apocriefe evangeliën. Een van deze evangeliën is het Thomas evangelie dat losse uitspraken van Jezus zou bevatten. Hierin vinden we volgende perikoop:
Jezus zei: Ik ben het licht dat op alles schijnt. Ik ben het al, het al is uit mij voortgekomen en het al heeft mij voortgebracht. Splijt een stuk hout, ik ben daar. Til de steen op en jullie zullen mij vinden.
Thomasevangelie 77
Hieruit kunnen we concluderen dat de mens geen instituut als de kerk nodig heeft om zich tot God te wenden. Er zijn geen gebouwen van hout en steen nodig om God te vinden.
Natuurlijk zijn kerken en hun bedienaren niet nutteloos. Integendeel, zij zijn voor hun broeders en zusters van grote waarde. Het probleem bij kerken is de hiërarchie die een weg uitstippelt op basis van een eigen gedachtegoed. Zij kunnen geen sluitend antwoord bieden op de talloze vragen van volgelingen. Men kan niet langer een wortel voor de ogen houden en zeggen dat het goed komt.
Het geloof zit in jezelf

Om te geloven heb je geen kerk nodig, al kan ze daarbij wel haar steentje bijdragen. Geloof zit in jezelf. Luister naar je hart en open de weg naar communicatie met God. We horen uit verhalen dat God vaak de telefoon niet opneemt, maar draaien we wel het juiste nummer? Durven we stil worden en luisteren naar wat hij te zeggen heeft?
God gaat nooit slapen. Hij is altijd daar wanneer je hem nodig hebt. Geloof als een mosterdzaadje en je kan bergen verzetten. De verandering in je leven kan pas gebeuren wanneer je die verandering durft toe te laten. Ik sta regelmatig versteld van de kracht van God. Telkens weer zoekt hij een manier om met mij te kunnen communiceren. Als ik een boek zoek dat reeds lange tijd is uitverkocht, verschijnt het plots voor mijn ogen. Wanneer ik geld nodig heb, voorziet hij daarin. Als ik verdrietig ben komt er mij iemand troosten. Je kan het zo gek niet bedenken of God voorziet.
Geloven is niet altijd makkelijk. Soms gebeurt er niets, althans dat denken we. In werkelijkheid staat niks stil. Onze verlangens worden werkelijkheid wanneer we geloven dat ze kunnen worden ingelost. De kerk heeft niet alle antwoorden, maar dat hoeft ook niet. Het begin en einde van alles ligt bij God. Hij is de enige echte bron naartoe we ons kunnen richten.
Ga ik zelf naar de kerk?
Absoluut, hetzij niet iedere week meer. De kerk blijft een warme plaats in mijn hart dragen. In kerken heb ik de meest aangename mensen leren kennen. Het is een gebouw waar goedheid en vriendelijkheid naar boven komt. Regelmatig bezoek ik kerken die een eigen stroming volgen. Elke gemeente heeft een eigen verhaal, een eigen kracht, een eigen weg.
Ik ga niet naar de kerk, zodat ze mij kunnen helpen om God te zoeken, want dat hoeft niet. God is er en is er altijd geweest. Niet alleen in de kerk, maar overal.
Niet altijd is het evident om op God te vertrouwen, al is het wel de beste investering die je als mens kunt maken. Als je het geloof kwijt bent kan de kerk die vlam terug aanwakkeren. Verwissel de bedienaren van de kerk echter niet met God. Antwoorden vind je alleen bij Hem of Haar, hoe je de creator van het universum ook wil aanzien.
Hoofdfoto door cottonbro studio
Doneren is geven en doet zoveel meer dan je denkt. Elke euro heeft de kracht om het leven van jou en zoveel anderen te helpen.
Een reactie achterlaten